Stichting Nederlands Muziek Instituut
De Stichting Nederlands Muziek Instituut is in 1999 opgericht. Sedert medio 2013 heeft de stichting geen personeel meer in dienst en beheert zij ook geen collecties meer. Dat was het gevolg op de bezuinigingen van de overheid die in 2013 van kracht werden. De stichting is vervolgens omgevormd als stichting tot ondersteuning voor de (voormalige) collecties en van het NMI, die in de jaren na 2013 onderdeel van het Haags Gemeente Archief (HGA) zijn geworden. Ook wil de stichting zich meer algemeen voor bijzondere projecten op het gebied van het muziekerfgoed inspannen. Daartoe zijn de statuten in 2016 aangepast. De dagelijkse zorg voor de (voormalige) collecties van het NMI ligt bij het HGA. Vragen rond de collecties van het NMI kunnen via dit adres worden gesteld: nederlandsmuziekinstituut@denhaag.nl.
Muzikaal erfgoed
De collecties van het NMI (als onderdeel dus van het HGA) nemen een centrale plaats in op het gebied van het Nederlands muzikaal erfgoed. Die collecties worden binnen de infrastructuur van het HGA verzameld, geconserveerd, geregistreerd en voor het publiek toegankelijk gemaakt. Zie voor catalogi e.d. de website nederlandsmuziekinstituut.nl. Op deze website vindt men alle relevante gegevens om de collecties te kunnen raadplegen.
Beknopte geschiedenis van de collecties
De Stichting Nederlands Muziek Instituut is in 1999 opgericht. Het NMI bestond vanaf 2000 uit de gecombineerde collecties van drie belangrijke ‘papieren’ muziekcollecties: de muziekarchieven en de muziekbibliotheek van het Gemeentemuseum in Den Haag en de muziekdocumentatieverzameling van de stichting Musica Neerlandica (waarin de veramelingen van Willem Noske waren ondergebracht). Deze collecties werden in december van dat jaar gehuisvest als zelfstandig instituut (NMI) in de Koninklijke Bibliotheek. De bedoeling was destijds om zo deze belangrijke collecties op het gebied van muziekerfgoed meer ‘gezicht’ te geven en een belangrijke rol op het gebied van muziekerfgoed te spelen.
De Muziekbibliotheek van het (destijds) Haags Gemeentemuseum (thans Kunstmuseum Den Haag) is in eerste instantie bijeengebracht door de Haagse bankier Daniël François Scheurleer (1855–1927). Enkele jaren na zijn dood werd de bibliotheek samen met zijn verzameling muziekinstrumenten en een muziekiconografische collectie ondergebracht in het Gemeentemuseum aan de Stadhouderslaan in Den Haag, waar de eerste muziekconservator Dirk Balfoort (1886–1964) het acquireren van muziekarchieven (vooral componistenarchieven) vanaf ongeveer 1930 ter hand nam. Tot de vroege acquisities behoren de archieven van componisten als J.C. Boers, Julius Röntgen en Bernard Zweers.
De violist Willem Noske (1918–1995) begon zijn verzameling ‘Musica Neerlandica’ nadat hij door toedoen van Balfoort geïnteresseerd was geraakt in de Nederlandse muziekgeschiedenis. In de loop van enkele tientallen jaren wist hij een groot aantal uitgaven van Nederlandse muziek en documentatie, vooral uit de periode 1850–1950, alsook een aantal muziekarchieven bijeen te brengen. Al in de jaren negentig ontstond een samenwerking tussen de verschillende collecties van het Gemeentemuseum en die van Noske. Tot de vestiging als NMI in de KB waren deze collecties korte tijd gehuisvest in het gebouw van architect S. Schamhart (thans Fotomuseum) gelegen naast het Kunstmuseum. Het NMI verwierf ook de belangrijke collectie vioolmuziek van Willem Noske die hij ‘Casa del violino’ noemde.
In 2006 werd het instituut ‘verzelfstandigd’, waarmee een eigen subsidierelatie met de Gemeente Den Haag werd aangegaan en het los kwam van het Gemeentemuseum. Het ministerie van OC&W wees het NMI in 2008 aan als sectorinstituut voor het muziekerfgoed. Deze regeling is met ingang van januari 2013, met het in werking treden van de nieuwe Culturele Basisinfrastructuur (BIS), die ook een grootscheepse bezuiniging behelsde, komen te vervallen.
Het NMI ontvangt voor de nationale rol als met de muziekerfgoedcollecties sedertdien geen steun meer van de rijksoverheid. Vanwege bezuinigingen werd met ingang van 2013 ook de subsidie van de Gemeente Den Haag verminderd. Het gevolg was dat het Nederlands Muziek Instituut toen niet meer als zelfstandig instituut kon blijven bestaan. Dat betekende een forse ingreep in de organisatie en tussen 2013 en 2016 een gefaseerde verhuizing naar het HGA aan het Spui. Door samengaan met het HGA konden de collecties echter integraal behouden blijven en zijn ze ook toegankelijk.